Categorie: Sri Lanka

Op circa 100 meter hoogte ligt de Gouden Tempel van Dambulla, die bestaat uit 5 grotten. In deze grotten zijn de plafonds beschilderd met prachtige boeddhistische afbeeldingen. Monniken mediteerden en leefden in de grotten. Tevens staan er meer dan 150 Boeddhabeelden in deze rotstempel. De Gouden Tempel van Dambulla is de beroemdste en het meest geliefde boeddhistische heiligdom van Sri Lanka.

De eerste grot is genaamd Devaraja Viharaya (tempel van de koning der goden).  Er wordt aangenomen dat deze grot zo wordt genoemd, omdat de god Sakka (koning der goden) de laatste hand heeft gelegd aan het hoofdbeeld van deze grot. Deze tempel heeft zeven afbeeldingen. Het 14m lange boeddhabeeld, (parinibbana) toont het overlijden van Boeddha. Het is bijna in de rondte uitgehouwen uit de natuurlijke rots waaraan het nog steeds van achteren verbonden is, en is goed bewaard gebleven. De andere beelden tonen zijn leerling Ananda, Vishnu en vier andere Boeddha’s. De kamer wordt verondersteld die van Arhat Ananda te zijn, de directe leerling van Boeddha, die huilt om de dood van zijn meester. Vishnu is heer van de goden in de Hindoe pantheon, maar wordt ook aanbeden door de boeddhisten. Hoewel er wand- en plafondschilderingen in deze grot zijn, zijn deze nauwelijks te zien als gevolg van de schade die is aangericht door de door toegewijden verbrande wierook.

De tweede en tevens grootste grot is de Maharaja Vihara, wat in het Singalees “de tempels van de grote koningen” betekent. In deze grot staan 60 prachtige beelden van de Boeddha, Naatha Bodhisatva, Maitriya Bodhisatva, God Upulvan, God Saman en Koning Valaagamba en Koning Nissanka Malla. Tevens vinden we in deze grot een van de mooiste plafondschilderingen van Sri Lanka. Het toont het leven van de Boeddha, verlichting van de Boeddha, de migratie van Vijaya, de officiële introductie van het boeddhisme, het planten van de Bo-boom en de oorlogen tegen de indringers.

Een geologische fout in de vorming van de rots heeft een kleine ruimte gecreëerd. Hieruit sijpelt water de grot in, wat in een kom wordt opgevangen.

In de derde grot Maha Alut Vihara (de Grote Nieuwe Tempel), vinden we muur- en plafondschilderingen uit de Kandyse periode. Deze beschilderingen zijn gemaakt in opdracht van koning Kirti Sr Rajasingha, een beroemde boeddhistische prediker. Deze fresco’s verbeelden verschillende en talrijke gebeurtenissen van boeddhisten, waarvan sommige het leven van de Verlichte vertegenwoordigen, en geven de geschiedenis van het boeddhisme weer. De grot is ongeveer 27 m lang en 24 m breed en heeft een liggend beeld van 9 meter dat hem scheidt van de vierde tempel. Het immense oppervlak van de rots van deze grot is beschilderd met de rijkste kleuren.  In de grot bevinden zich vijftig figuren van de Boeddha. De belangrijkste afbeelding, tegenover de ingang, is een staande afbeelding onder een Torana. De afbeeldingen en de Torana zijn uitgehouwen uit de natuurlijke rots.

Deze 4e grot wordt de Paschima Viharaya of de westelijke tempel genoemd. De grot bevat tien figuren van de Boeddha en een miniatuur stoepa. Het hoofdbeeld dat zich onder een torana bevindt, is even groot als de andere beelden. Dit is een heel mooi beeld van de Boeddha zittend in de dhyana mudra (meditatiehouding) die is uitgehouwen uit de natuurlijke rots die de grot zelf vormt. Het beeld is in een prima staat van bewaring en geschilderd in schitterende kleuren in de Kandyan-periode.

De vijfde tempel is de meest recente en heeft een liggende Boeddha omringd door een aantal boeddhistische afbeeldingen. Deze tempel herbergt ook afbeeldingen van Kataragama, een boeddhistische god, Devata Bandara, een lokale god en Vishnu, de god die het lijden van de mensen verlicht.

Bezienswaardig is de Tempel van de Tand (Sri Dalada Maligawa). Hier wordt de voornaamste Boeddhistische relikwie in Sri Lanka bewaard, nl. Boeddha’s linker boventand. Deze tand werd door de dochter van een Boeddhistische koning uit India gesmokkeld. De Tand van Boeddha geldt sinds die tijd als symbool voor de zelfstandigheid van het Singalese volk en zijn geloofsovertuiging. De relikwie wordt bewaard onder een gouden dak in de Tempel.

De relikwie van de Heilige Tand werd ook een symbool van het koningschap. Het was gebruikelijk dat de koningen een tempel bouwden voor de relikwie in de buurt van hun paleis en dat ze de bewaarder ervan werden.

Vimala Dharma Suriya I (1591-1604) bracht de relikwie van de Heilige Tand naar Kandy en bouwde een tempel van twee verdiepingen. Verbeteringen werden aangebracht door volgende koningen. Sri Vikrama Rajasinha (1798-1815) bouwde de elegante Pattirippuwa, het achthoekige gebouw van de tempel (dat tegenwoordig de bibliotheek herbergt) en bouwde ook het prachtige kunstmatige meer naast de tempel, waar Kandy rond gecentreerd is.

Weinig mensen hebben de tand ooit zelf gezien. De meesten zullen de grote dagoba-vormige Karanduwa zien, een gouden reliekschrijn, welke de buitenste kist van zeven is. Binnen in bevinden zich zes kleinere heiligdommen van puur goud en versierd met kostbare edelstenen. De Karanduwa is gehuisvest in het heiligdom de Udmale, de bovenste kamer van de tweevoudige binnenste tempel. Het heiligdom gaat open bij zonsopgang en zonsondergang, met ceremonies die beginnen om 05.30 uur, 09.30 uur en 18.30 uur, wanneer de tempel tot leven komt met tromgeroffel, wierookwolken en de constante optocht van pelgrims met bloemenoffers. In de hal achter de Karanduwa vindt u een aantal gouden boeddhabeelden en schilderijen die het leven van Boeddha weergeven en de komst van het boeddhisme naar het eiland.

Naast de tempel bevindt zich de audiëntiezaal (1784) met sierlijke houten pilaren en een stenen vloer, waar Kandyan-koningen het hof hielden. Het historische document dat het Kandyan-koninkrijk beëindigt en het grondgebied overdraagt ​​aan de Britten werd hier in 1815 ondertekend.

Een ander hoogtepunt van Kandy is een bezoek aan een spectaculaire Culturele Dansshow. Onder begeleiding van de Kandy drummers vinden enkele speciale dansvoorstellingen plaats, zoals de cobra dans, de gemaskerde dans en een spectaculaire vuurshow. De Kandyaanse dansen zijn van oorsprong een expressievorm met een diepe religieuze betekenis. De dansers en drummers zijn kleurrijk gekleed in traditionele kostuums.

Sri Dalada Maligawa Kandy heeft het International Buddhist Museum (IBM) opgericht om de uitbreiding van het Boeddhisme in Azië en de rest van de wereld te laten zien. Dit is het enige museum dat de uitbreiding van het boeddhisme over de hele wereld laat zien. Tegen het 2600ste jaar van de sambuddatva jayanthi heeft de Boeddha-dhamma zijn status ontwikkeld van de eenvoudige filosofie van de levensstijl van de mensheid zoals verwoord in het vroege boeddhistische denken tot een hoog ontwikkeld ritueel religieus systeem. Vanaf zijn geboorteplaats heeft India, het Boeddhisme als religie, zich verspreid naar verschillende delen van Azië, Zuid-Oost en Verre Oosten. Terwijl de boodschap van de Boeddha momenteel in de brede context in de moderne wereld wordt bestudeerd. Het is interessant om de verschillende systemen op te merken die door de respectieve landen worden gevolgd in de beoefening van het Boeddhisme, zowel Theravada als Mahayana.

Aan de zuidkant van de tempel, tegenover het meer, is een open binnenplaats waar olifanten worden versierd voor het meest unieke en prachtige jaarlijkse festival, de Esala Perahera. Het spectaculaire en kleurrijke Esala Perahera festival, gewijd aan deze relikwie is het meest belangrijke festival van Sri Lanka. Het festival, waarbij meer dan 50 versierde olifanten en vele dansers en muzikanten deelnemen, mag zeker niet gemist worden. Het Esala Perahera festival vindt plaats circa juli of augustus (afhankelijk van de volle maan, het hoogtepunt van het festival) en duurt 10 dagen. De Esala Perahera, is ter ere van het belangrijkste bezit van het eiland, de tand van Boeddha.

De Perahera, wat ‘processie’ betekent, is een 10-daags festival en parade rond de stad, tijdens ‘Poya’ of volle maan. Dit festival vindt jaarlijks plaats sinds het relikwie op het eiland arriveerde in 331 na Christus, en toen het relikwie in 1592 naar Kandy werd verplaatst, ging de Perahera mee. De rituelen en ceremonies die verband houden met de Perahera bestaan al eeuwen en zijn in de loop van de tijd weinig veranderd. Vier historische Devales (tempels) spelen een belangrijke rol in de Perahera naast de Dalada Maligawa, en gedurende de eerste vijf nachten worden de Perahera’s op hun terrein gevierd. De belangrijkste Devale is opgedragen aan Vishnu de Hindoe-godheid, gelegen ten westen van het Koninklijk Paleis. Tegenover de hoofdingang van de Dalada Maligawa is de Natha Devala, gewijd aan Natha, een bodhisattva (toekomstige Boeddha) en beschermer van de stad Kandy. Ten zuiden van de Natha Devale bevindt zich de Pattine Devale. Pattini is de godin van kuisheid en gezondheid. Ten westen van Pattini Devale is de Kataragama Devale gewijd aan de god van de oorlog.